Het voorjaar komt er aan: wat verandert er in je trainingen?
Het is april en ook al hebben we de afgelopen dagen met bijzonder slecht weer te maken gehad, in sommige plaatsen viel zelfs een laagje sneeuw en ook hagel was geen uitzondering, is de lente toch echt begonnen. Dat betekent ook dat de temperaturen de komende weken gemiddeld zullen stijgen, we waarschijnlijk meer zon mogen verwachten en de eerste wedstrijden minder lang op zich laten wachten. Hoe bereid je je nu eigenlijk het beste voor en wat verandert er?
Eén ding is zeker: met de komst van hopelijk mooier weer, zal je de trainingen makkelijker – en in ieder geval prettiger – buiten kunnen afwerken. Het buitenwater zal hopelijk snel een beetje opwarmen, zodat je makkelijker je zwemkilometers kunt maken, want met de vele gesloten zwembaden is dat nog steeds niet eenvoudig. Het behoeft ook geen uitleg dat je fiets- en loopkilometers er makkelijker én aangenamer op worden als er minder of geen regen valt en wind staat.
Naarmate de wedstrijden dichterbij komen, kun je ondertussen aan wat specifiekere trainingsblokken gaan denken. De aandacht van je duurtrainingen verschuift daarmee iets meer richting wat intensiever intervalwerk. Tijdens onze Start2Tri cursus komen dit soort onderwerpen uitgebreid aan bod, maar bouw bijvoorbeeld eens wat tempoblokken in je trainingen in. Doe je een run van zestig minuten, of een duurrit van twee uur? Verhoog je tempo eens voor een paar minuten, of trek zes keer een sprint van dertig seconden. Daarbij hoef je niet maximaal te gaan, maar een mooie prikkel voor je spieren is soms een welkome afwisseling. Je zet je lichaam daarmee even op scherp, iets dat belangrijk is als je je voorbereidt op een triathlon.
Daarnaast is het goed om af en toe wat aandacht aan een koppeltraining te besteden. De overgang van fietsen naar hardlopen ziet er op papier misschien niet zo lastig uit, maar in de praktijk blijkt dit toch vaak een struikelblok voor (beginnende) atleten. Geen wonder ook: want na twintig of veertig kilometer op de fiets zal je lichaam echt even moeten wennen aan de totaal andere beweging van vijf of tien kilometer hardlopen. Datzelfde geldt overigens voor je eerste overgang: ook de wissel van het zwemmen naar fietsen kan soms tegenvallen. Na een tijdje horizontaal in het water gelegen te hebben, kun je best een beetje ‘dizzy’ uit het water komen. Dit gevoel is totaal niet onoverkomelijk en zal hoogstwaarschijnlijk snel wegtrekken, maar het is goed als je in ieder geval bekend bent met het gevoel dat je kunt krijgen, zodat je tijdens je wedstrijd niet verrast wordt.
Misschien nog wel het belangrijkste: zorg dat je plezier in je trainingen houdt, ook als ze wat zwaarder zullen worden en je jezelf meer en meer aan het pushen bent. Je mag jezelf best eens flink uitdagen, maar bouw ook voldoende rustdagen en ontspannen trainingen in. Voel je je een keer niet zo fit of zelfs niet lekker? Sla een training over. Houd niet blind vast aan een schema op papier, maar luister naar de signalen die jouw lichaam je geeft. Geniet van elke training en zorg dat je met een grote lach aan de start van jouw wedstrijd verschijnt!